Kernwoorden nieuwe bouwen
- off-site bouwen
- eigen woning samenstellen/ontwerpen met standaard bouwdelen
- isoleren – Rc-waarde
- ventileren/ vochtregulatie (lage luchtvochtigheid)
- luchtdichtheid (luchtdichtheidsklasse)
- dampopen
Wat is een Rc-waarde?
R-waarde (λ)
De thermische weerstand of warmteweerstand hangt samen met de eigenschap van materialen om warmte te geleiden. Metalen zijn goede warmtegeleiders, hebben dus een lage warmteweerstand. Lucht en kunststof zijn voorbeelden van slechte warmtegeleiders, dus met een hoge thermische weerstand. Per materiaal laag wordt een R-waarde bepaald met de volgende formule R = d/λ, waarbij voor ‘d’ de dikte van de materiaallaag (in meters) moet worden ingevuld en λ staat voor lambda de warmtegeleidingscoëfficiënt (zie uitleg hieronder).
De R-waarde wordt uitgedrukt m²K/W
De warmtegeleiding wordt bepaald door de lambdawaarde (λ) van een materiaal.
Lambdawaarde (λ)
De lambdawaarde geeft het warmtegeleidingscoëfficiënt van een materiaal weer, oftewel het vermogen van een materiaal om warmte te geleiden. Voor deze waarde geldt; hoe lager hoe beter. U wilt de warmte (of kou) namelijk zo min mogelijk geleiden.
Per constructie (vloer, gevel of dak) wordt de Rc-waarde bepaald door de R-waardes van de verschillende materialen op te tellen. Dus Rc = R1 + R2 + R3 + Rx.
De eenheid waarin de lambdawaarde wordt uitgedrukt is W/m²K (warmteverlies in Watt per seconde per m² per graad temperatuurverschil tussen beide zijden van het isolatiemateriaal). U heeft de lambdawaarde nodig om de Rc- en Rd-waarde van uw isolatie uit te rekenen. Deze wordt ook bij de specificaties van de producten vermeld.
Luchtdichtheidsklasse
De luchtdoorlatendheid (aangeduid met qv;10) betekent de luchtvolumestroom (qv) die ontstaat via de kieren en naden die zich in de gebouwschil bevinden, bij een drukverschil van 10 Pascal (uitgedrukt in dm3/s of dm3/s.m2 vloeroppervlakte). Oftewel: dit is de ongewenste luchtverplaatsing tussen binnen en buiten die door andere openingen gaat dan door de daarvoor aangebrachte ventilatieopeningen.
In Nederland wordt de luchtdichtheid uitgedrukt in drie klassen.
Klasse 1: Basis
Klasse 1 wordt als basisklasse aangeduid en moet als ondergrens worden beschouwd. Deze klasse voldoet aan het Bouwbesluit, en heeft verder geen bijzondere eisen. Klasse 1 komt tegenwoordig in de uitvoerende bouw vrijwel niet meer voor.
Klasse 2: Goed
Klasse 2 wordt als goed aangeduid en dient als standaard (ondergrens) voor woongebouwen en woningen. Deze klasse voldoet aan de eisen voor energiezuinig bouwen en wordt gezien als de gewenste huidige standaard. Klasse 2 voldoet in de huidige bouwpraktijk voor nieuwbouwwoningen.
Klasse 3: Uitstekend
Klasse 3 wordt als uitstekend aangeduid en is de ondergrens voor het Passiefhuisconcept en voor energieneutraal bouwen. Om deze klasse te behalen zijn extra eisen nodig. Klasse 3 moet voor Passief Bouwen aangehouden worden.
(bron www.luchtdichtbouwen.nl/homepage/eisen)
De luchtdoorlatendheid mag conform het Bouwbesluit niet meer zijn dan 200 dm³/s bij 10 Pascal. Met deze huidige minimale eis verdwijnt er echter een grote hoeveelheid lucht via de gebouwschil en dit is ongewenst. Daarom wordt in de EPC-berekening een waarde voor de luchtdichtheid opgegeven: de qv;10 . De uitkomst van deze waarde is altijd lager, en dus strenger, dan in het Bouwbesluit staat. En bij echt energiezuinige woningen wordt deze waarde alleen nog maar lager.
Wat betekent een lage luchtdichtheidwaarde concreet?
Een lage luchtdichtheidwaarde (qv;10) heeft het voordeel dat het condensatievorming in de constructie beperkt, het comfort in huis enorm verhoogt (voorkomt tocht en verbetert geluidswerendheid) en luchtdicht betekent ook waterdicht.
EPC-norm
De Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) is een index die de energetische efficiëntie van een nieuwbouw aangeeft. Nieuwe gebouwen moeten op het gebied van energiezuinigheid aan bepaalde eisen voldoen. Dit wordt uitgedrukt in de EPC-norm. De EPC wordt berekend met de bepalingsmethode EPG (NEN 7120)
NEN 7120: Energieprestatie van gebouwen – Bepalingsmethode. Deze norm blijft effectief tot 1 januari 2020 en wordt (via de wetgeving) op deze datum vervangen door NTA 8800
Van EPC naar BENG
BENG wordt de nieuwe energieprestatie norm vanaf 2020 in Europa. BENG staat voor Bijna Energie Neutraal Gebouw.
Eisen voor BENG
In Nederland leggen we vanaf 1 januari 2020 de energieprestatie voor bijna energieneutrale gebouwen vast aan de hand van 3 eisen:
- de maximale energiebehoefte in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar
- het maximale primair fossiel energiegebruik, eveneens in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar
- het minimale aandeel hernieuwbare energie in procenten
Deze eisen vervangen de EPC, de huidige eis voor nieuwbouw. BENG is gebaseerd op de Trias Energetica, een driestappenstrategie om een energiezuinig ontwerp te maken. De EPC voldoet niet meer. Je kunt bijvoorbeeld een grote glaswand in een gebouw zetten en de EPC-eis halen door deze energieverliezen bij glas te compenseren met zonnepanelen; de huidige nieuwbouweis houdt geen rekening met het energieverlies van de woning door de gebouwvorm.
Er is daardoor bij de huidige eis geen relatie met het energieverbruik per m2. De BENG-eisen houden hier wel rekening mee. Er geldt een aparte eis voor de buitenkant van een gebouw, de zogenoemde schil, om de energiebehoefte te limiteren. Dit noemen we BENG 1. Ook moet de energievraag van een gebouw zo veel mogelijk uit hernieuwbare energie bestaan: de BENG 3-eis. En tenslotte moet de resterende energiebehoefte zo efficiënt mogelijk worden opgewekt: BENG 2.
De niveaus van de voorlopige BENG eisen voor de verschillende gebouwfuncties staan in onderstaande tabel. Voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geldt dat de vergunningaanvragen vanaf 1 januari 2021 moeten voldoen aan de eisen voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG).
Gebouwfunctie | 1- Energiebehoefte kWh/m2.jr |
2- Primair fossiel energiegebruik kWh/m2.jr |
3 – Aandeel hernieuwbare energie % |
Woningen en woongebouwen | 65 | 50 | 40 |
Kantoorgebouwen | 90 | 40 | 30 |
Onderwijsgebouwen | 190 | 70 | 40 |
Gezondheidszorggebouwen | 350 | 130 | 30 |
De complete versie van dit BENG besluit als aanvulling op het bouwbesluit van 2012 is in 2019 gepubliceerd in het staatsblad.
Zie via deze link een BENG voorbeeld voor de woningbouw.
Hieronder een uitleg van de bouwfysische benamingen, zoals in de tabel hierboven genoemd.
1. Energiebehoefte
Voor het bepalen van de energiebehoefte wordt de energiebehoefte voor verwarming en koeling opgeteld. Deze kijkt naar een optimale kwaliteit van de gebouwschil waarbij zowel de verhouding glas ten opzichte van dichte gevel, de mate van isolatie, de mate van kierdichting als de aanwezigheid van koudebruggen een rol speelt. Niet alleen isolatie, maar juist het samenspel van bovenstaande factoren, de vorm (geometrie) en de ligging van een gebouw zijn van belang om de energiebehoefte van een gebouw zo veel mogelijk te beperken. BENG 1 gaat over al deze factoren. Hierbij wordt gerekend met een vastgesteld ‘neutraal’ ventilatiesysteem. De energiebehoefte invullen kan met hernieuwbare of fossiele energie.
2. Primair fossiel energiegebruik
Het primair fossiel energiegebruik is een optelsom van het primair energiegebruik voor verwarming, koeling, warmtapwaterbereiding en ventilatoren. Voor utiliteitsgebouwen telt ook het primair energiegebruik voor verlichting en voor bevochtiging (indien aanwezig) mee. Voor zowel woningen en utiliteitsgebouwen geldt dat, als er PV-panelen of andere hernieuwbare energiebronnen aanwezig zijn, de opgewekte energie van het primair energiegebruik wordt afgetrokken.
Verschil tussen energiebehoefte en het primair fossiel energiegebruik
Bij primair fossiel energiegebruik worden de systeemverliezen (zoals leidingverliezen bij verwarming), hulpenergie (zoals pompen) en het rendement van de opwekkers (zoals de CV-ketel) meegenomen. Bij energiebehoefte is dat niet het geval.
3. Aandeel hernieuwbare energie
Het aandeel hernieuwbare energie wordt bepaald door de hoeveelheid hernieuwbare energie te delen door het totaal van hernieuwbare energie en primair fossiel energiegebruik.
Energieneutraal en Off-site bouwen
Met als doel het bouwen van een energieneutraal huis. Daarnaast willen we ook efficienter bouwen en dat kan het beste in een geprefabriceerd. Oftewel offsite fabriceren en op de bouwplaatsen monteren, bij voorkeur via een droge montage. Hierbij wordt dus bijvoorbeeld geen ter plaatse gestort beton toegepast voor vloeren of dak.
meer informatie: Passief Huis
Aan welke voorwaarden moet een duurzaam huis voldoen:
- minimale Rc-waarden
- voor vloer 6 m²K/W
- voor gevel 7.5 m²K/W
- voor dak 8.5 m²K/W
- luchtdichtheidsklasse 3
- goede oriëntatie glas, zoals zon toetreding in de wintermaanden en overstekken voor in de zomermaanden
- dampopen/dampdoorlatend
Met deze isolatiewaarden is het mogelijk om een huis te verwarmen met een eenvoudige installatie.
Waarom dampopen construeren
Bij een dampopen opbouw wordt de relatieve luchtvochtigheid in de constructie gereguleerd en zorgt dit voor een natuurlijk ademend woonklimaat. Damp die evt. in de constructie (condensatiepunt ligt in de constructie) komt kan bij dampopen bouwen altijd via de buitenzijde verdwijnen. Dampopen constructies geven geen risico’s op condensatie, schimmel- en rotvorming en bieden daarnaast meer wooncomfort en een optimaal leefklimaat.
Passief huis
Passief-huizen voldoen minimaal aan de EPC-norm die v.a. 2015 geldt, en zijn gemakkelijk energieneutraal te maken met behulp van bijvoorbeeld zonnepanelen.
De basis van Passief-huizen is een buitengewoon goed isolerende thermische schil.
Passief bouwen wordt gezien als de opmaat om te komen tot energieneutraal te bouwen hetgeen vanaf 2020 verplicht is volgens Europese wetgeving. Nieuwbouw woningen moeten dan voldoen aan een EPC-norm van 0,0 oftewel energie-neutraal zijn. Dat wil zeggen dat woningen dan evenveel energie moeten opwekken als dat ze verbruiken.
In een passiefhuis kunnen door hoge isolatiewaarden, grote luchtdichtheid en een slim ventilatiesysteem met warmteterugwinning de warmte verliezen tot een minimum worden gereduceerd.
Andere manier van bouwen:
- modulair bouwen (bv. op een veelvoud van 30 cm)
- off-site bouwen (droge bouwsystemen), zoals bouwen met SIPs Structural Insulated Panels (bv. Kingspan TEK van Unidek of Hemsec SIPs)
- steenstrips ipv. gemetseld buiten-spouwblad
- kozijnen achteraf plaatsen (einde van spouwlat)
- werken met standaard details
Kosten indicatie Houtskeletbouw (HSB) – Structural Insulated Panels (SIPs)
SIPs bestaat uit constructief isolerende panelen die aan elkaar gekoppeld worden door geïsoleerde verbindingsveren / koppelstijlen. De beplating van de panelen is veelal van OSB/3 (drie lagen) met een dikte van 12 of 15 mm. De isolerende hardschuim kern kan bestaan uit polyurethaan (PUR), polyisocyanuraat (PIR), geëxtrudeerd polystyreen (XPS) of geëxpandeerd polystyreen (EPS). Door de geïsoleerde verbindingsveer ontstaat een koudebrugarme en luchtdichte schil.
Indien de panelen als binnenspouwblad worden uitgevoerd, kunnen alle bekende gevelbekledingen worden toegepast.
SIPs haalt hoge isolatiewaarden met geringe diktes. De diktes variëren tussen de 114 en ruim 260 mm. Met 173 mm behaalt u een Rc-waarde tot 6,8 m2K/W en met 268 mm behaalt u een Rc-waarde tot wel 11 m2K/W. De standaard breedte is 600 of 1200 mm. Op aanvraag zijn passtukken mogelijk. Zij zijn dus geschikt om een woning te ontwerpen volgens een modulair maatsysteem.
In een animatie uitgelegd hoe het Kingspan TEK Bouwsysteem werkt |
---|
Het bouwsysteem is damp-open. Bij een dampopen opbouw wordt de relatieve luchtvochtigheid in de constructie gereguleerd en zorgt dit voor een natuurlijk ademend woonklimaat. Damp die evt. in de constructie komt kan bij dampopen bouwen altijd via de buitenzijde verdwijnen. Dampopen constructies geven geen risico’s op condensatie, schimmel- en rotvorming en bieden daarnaast meer wooncomfort en een optimaal leefklimaat.
SIPs is een prefab bouwmethode waardoor de bouwtijd aanzienlijk wordt verkort en kwaliteit en planning beter voorspelbaar is.
De panelen halen een hoge geluidsisolatie en een goede brandwerendheid met een brandweerstand van minimaal 60 minuten.
bron: www.passiefbouwen.nl/publicaties/opkomst-van-sips
We gaan uit van een vrijstaande woning van 500 m3 is ong. 165 m2 bruto woonoppervlak (incl. constructie)
Hieronder een indicatie van de bouwkosten:
– aankoop bouwrijp kavel
– bouwkosten basic woning ca. € 450 per m3 (excl. keuken, toilet, badkamer, schilderwerk)
– leges 3%
– ontwerp, technische uitwerking en constructeur 10 tot 15%
– kosten onvoorzien 4%
Laatste wijziging 25 januari 2021